dinsdag 8 november 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Zojuist bevond ik mij in het onderste gedeelte van de onderwijshel: het herkansingstentamen. Na drie minuten hield een van de drie aanwezige studenten het voor gezien. Ik, de dienstdoende surveillant, vroeg of we zijn tentamen konden beschouwen als nooit gemaakt. Dit kon en met een paar vrij eenvoudige handbewegingen verloste ik de wereld van zijn puntige tekst.

Tijdens de twee uur die volgden las ik een boek, dronk koffie en dacht aan de wetenschap. De wetenschap die niet (meer?) lijkt te bestaan en er toch zou moeten zijn: onspectaculaire wetenschap. Wetenschap die compromisloos en koppig werkt aan wat groter is dan kortstondige hypes en belangen. Aan die wetenschap dacht ik. Ondertussen zijn de geesteswetenschappen arm. Pas hoorde ik iemand zeggen: die jongens van Geschiedenis zijn handig, dat is buitenaards. Als Heineken zoveel jaar bestaat bellen ze een tijd van tevoren naar Heineken en vragen of ze daar geen boek over Heineken willen hebben. Als Heineken dan toehapt is er weer zeven ton binnen. Na deze overpeinzingen (in mijn ooghoek zagen twee herkansingstentamens het licht) dacht ik aan de kansel in de Hervormde Kerk te Stad aan het Haringvliet, waarop soms een oude man met een toga stond die bromde dat hoererij een wijdverbrijde zonde is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten